Opdracht Literatuur III:
Bedenk voor jezelf een aantrekkelijke opdracht (al dan niet creatief) die je lector ervan overtuigt dat je het boek grondig gelezen hebt. Die opdracht staat liefst niet vermeld op de lijst met ‘creatieve verwerkingen’ die bij semester vier hoort, maar het mag wel.
Uitwerking opdracht:
Het boek bestaat uit zowel proza als poëzie. Woorden krijgen een andere betekenis en het verband wordt snel gelegd tijdens het lezen. Een mogelijke opdracht hierbij is om zelf een gedicht te schrijven met woorden die in het boek gebruikt worden.
Een voorbeeld:
De dood
Laat ons bidden
Als een kikker voor een vlieg
Bid voor ons
Het leven
dat gekend is en
de liefde, heb ik deze gekend? Liza
kende ik toch wel?
Geheiligd zij uw naam. Gezegend zijt gij. Onder alle vrouwen.
Toch …
Ik haat de vrouw
Bid voor ons, zondaars, nu en in het uur van onze dood
– Kwaak kwaak –
Weesgegroetmaria – volvangenade – deheerismetu
Mijn moeder is dood
Maria, mijn moeder, u wijd ik mij toe
De vliegen op haar lichaam – op haar dode lijf
Verhoor ons, Heer
De eelt aan haar rauwe voeten – haken aan de hiel
De klokken tikken, de klokken tikken
Ik zeg vaarwel
Ketemoe Lagi
Ketemoe Lagi
Ketemoe Lagi
Stappenplan:
Stap 1: lees het boek en duid de woorden aan waarvan jij denkt dat ze een andere betekenis krijgen van de schrijver. Dit kunnen ook metaforen zijn.
Stap 2: schrijf deze woorden op.
Stap 3: lees het verhaal en zorg ervoor dat je gedicht samenhang heeft met het verhaal.
Stap 4: beslis wat voor een gedicht je wilt maken.